John was een KNZB-er in hart en nieren. In de jaren ’90 leerde ik, kersverse voorzitter van DZV Merwede in Dordrecht, hem in het Rotterdamse kennen. Hij was toen voorzitter van de ZRO. Een alleraardigste, beschaafde man die de zwem-/waterpolowereld wilde dienen en daarbij de groep bij elkaar wilde houden. Hij dwong op een natuurlijke manier respect af.
Pas veel later kwam ik erachter wat hij allemaal nog meer had gedaan: voorzitter van De Lansingh, penningmeester/2e voorzitter RZV Rijswijk, scheidsrechter, voorzitter Nationale Selectie.
In 2002, toen hij in de ALV benoemd werd tot lid van de Tuchtcommissie, kwam ik hem weer tegen. Ik was in 2001 voorzitter van de bond geworden. Vanaf 2007 was hij vice-voorzitter van de TC.
Sportiviteit en respect stonden bij hem hoog in het vaandel. Een stevig potje waterpolo is prima, maar op een sportieve manier en met respect voor scheidsrechters en tegenstanders. De (toenmalige) verruwing was hem een doorn in het oog.
De woorden die hij sprak op de ALV van 12 april 2014, nadat ik hem de onderscheiding Lid van Verdienste had opgespeld, spreken boekdelen (zie hieronder).
In de laatste jaren was hij een trouw bezoeker van waterpolowedstrijden, ALV’s en bijeenkomsten van de Nostalgisten. Hoewel hij aan enkele kwalen leed, klaagde hij nooit. Hij wilde anderen daar niet mee lastig vallen.
Wij allen gaan John missen. Zijn bijdrage aan de sport, zijn vriendelijkheid en oprechte belangstelling voor ons wel en wee zullen ons bij blijven. Langs deze weg wensen wij de familie veel sterkte. Bij het afscheid in besloten kring, maandag 29 maart a.s., zal John’s band met de KNZB zeker aan de orde komen.
Tot slot nog een persoonlijke noot. Ooit, ergens rond 2000, vroeg John aan mij of ik voorzitter van de ZRO zou willen worden. Ik sloeg dat aanbod af, te druk met gemeentebestuur. Maar, zonder nadenken, zei ik dat ik hooguit ‘iets’ op nationaal niveau erbij zou doen. Met grote gevolgen… En zo werd ik het petekind van John… (zie hieronder).
Rust zacht goede vriend.
Erik van Heijningen,
erevoorzitter van de KNZB
ALV 12 april 2014

J.M. den Broeder, vice-voorzitter Tuchtcommissie
“Dank voor je vriendelijke woorden, dank ook voor de onderscheiding. Maar ik wou een hartenkreet uiten en dat ligt in het verlengde van wat de voorzitter in zijn opening heeft gezegd over de vervelende ontwikkelingen bij het waterpolo die mij zeer ter harte gaan. Ik doe een beroep op de leden van het verenigingsbestuur om alstublieft uw leden de beginselen van sportiviteit en respect over te brengen. Jarenlange ervaring in de Tuchtcommissie heeft geleerd dat het daarmee uitermate treurig is gesteld. Het is ongelooflijk wat mensen elkaar aandoen. Zelfs beginnend op een leeftijd van 13 à 14 jaar. De berichten daar over, de voorzitter memoreerde het al, in de pers zorgen voor een slechte reputatie, het imago van het waterpolo en dat verdient het niet. Het is een schitterende sport. In de loop der jaren zijn de straffen steeds zwaarder geworden maar het helpt niet. Dus wat er moet gebeuren is van onderop in de verenigingen dat er aandacht wordt geschonken en daarvoor eigende maatregelen worden getroffen. Dank u wel. Ik moet nog even een anekdote vertellen. Ik was zes jaar voorzitter van de kring Rotterdam geweest en ik zocht een opvolger. Erik van Heijningen kende ik als voorzitter van Merwede, jammer dat die vereniging ter ziele is eigenlijk, dus ik heb hem ook gevraagd. En ik kan me nog goed herinneren dat hij de historische woorden sprak van: "nou voorzitter van de kring als het nou van het bondsbestuur is dan zou ik wel in de markt zijn". Toen dacht ik nou, nou, tamelijk arrogant, maar toen de opvolger van Hans Beijer aan de orde was en er alsmaar geen voorzitter kon worden gevonden ben ik op een gegeven moment opgetreden als headhunter en ik heb het bondsbestuur attent gemaakt op Erik en ik moet zeggen ik heb je altijd gevolgd eerst met zal hij het wel kunnen maar ik moet zeggen ik ben buitengewoon trots op mijn petekind. Ga zo door jochie.”
(naar aanleiding van mijn woorden tot John als voorzitter
“En dan tot slot en hij gaat zelf straks vertellen wat zijn bijzondere relatie tot mij is. Hij is in de waterpolo wereld helemaal thuis. Hij is ook altijd actief geweest als voorzitter van een vereniging, ik verklap De Lansingh, penningmeester geweest van RZV Rijswijk, en misschien zelfs de voorloper daarvan, tweede voorzitter geweest maar ook scheidsrechter geweest, voorzitter van de ZRO geweest, voorzitter van de werkgroep Nationale Selectie, sinds 2002 lid van de Tuchtcommissie. U heeft zijn naam al gezien, en uiteindelijk vice-voorzitter daarvan geworden van de Tuchtcommissie. Het is iemand die ik ken als zeer constructief, bescheiden, vriendelijk, op de mens gericht maar zeer betrokken bij het waterpolo en ook altijd nadenkend hoe kunnen wij het waterpolo verder helpen, een echte teamspeler. Iemand die wel weet waar hij naar toe wil maar die er veel belang aan hecht om dat samen met anderen te doen in een soort kameraadschap. En wat hij straks zegt dat merkt u wel maar voor mij is het als voorzitter een bijzondere eer om John den Broeder uit te nodigen om hem Lid van Verdienste van onze bond te maken.”)