Techniek 1
Opsprong
3m: 2 stap opsprong + 100B
- Rechte armen achter de heupen bij het naar achter doorzwaaien in de laatste stap voor de opsprong;
- Voet naast knie in de opsprong;
- Op hoogste punt, knie naar beneden en lichaam uitstrekken (rust moment bij armen hoog);
- Grote armzwaai met rechte armen.
Houding/Vorm
Vloer: stilstaand armzwaai op tenen met gebogen benen x5
- Buik en borst in;
- Grote armzwaai met rechte armen;
- Geen beweging in lichaam tijdens armzwaai.
Vloer: tenen aantikken in dichte hoek 3x3
- Aanvangshouding: rechtop zitten met gestrekte benen, handen in landingshouding;
- Met armen op oren in de heup buigen met handen naar voeten;
- Benen/knieën en tenen blijven doorgestrekt.
Dubbel veren
1m: 1x veren 100A
- Aanvangshouding: Staan ongeveer 25 cm van de punt met armen voor;
- Armen vlak achter heupen voordat je weer op de plank komt;
- Doorstrekken voordat 2de armzwaai begint;
- Rechte armen smal doorzwaaien.
Afzet
3m: 100A uit stand
- Plank bewegen vanuit enkels(foremovement);
- Uitstrekken voordat armzwaai begint;
- Lichaam blijft rechtop met doorzwaaien;
- Armen stil tijdens de vlucht, landen met armen hoog.
3m: 200a
- Foremovement met 3 of 4 bewegingen (armen zijwaarts of beneden beginnen);
- Vanuit foremovement in één vloeiende beweging door naar armzwaai;
- Armen zijn bij de oren bij verlaten van de plank;
- Armen stil in de vlucht, landen met armen hoog.
Landing 1e oefening
1m: 101A handen vast (boogduik) uit stand
- Correcte uitgangshouding (buik-borst in);
- Lichaam en armen bewegen niet tijdens de vlucht;
- Armen maken onder water een zijwaartse zwembeweging bij de landing en daarna scherp afhoeken;
- Springer komt boven water op dezelfde plaats als de landing.
1m: 201A armen laag beginnen (020A met afzet)
- Plank in beweging brengen met enkels;
- Lichaam blijft gestrekt en gespannen tijdens de vlucht;
- Kijken naar het water bij de landing;
- Onder water zijwaarts zwemmen met de armen;
- Springer komt boven water op dezelfde plaats als de landing.
Rotatie voorover
3m: 101C uit stand met armzwaai
- Duidelijke foremovement;
- Handen wijzen omhoog bij verlaten van de plank;
- Compacte hurk met handen op schenen;
- Uitkomen in een rechte lijn of via hoek.
3m: 401B (gesloten hoek)
- Duidelijke foremovement;
- Armen hoog bij verlaten van de plank;
- Tenen/voeten afgewikkeld bij verlaten van de plank
- Armen smal en op oren naar tenen tikken.
Rotatie achterover
1m: 201C
- Armen hoog en smal bij verlaten van de plank;
- Hoofd rechtop kijkend over de plank;
- Compacte hurk met handen op schenen;
- Uitkomen in rechte lijn.
1m: 301C (afzet naar keuze: stand, opsprong of veren)
- Armen hoog bij verlaten van de plank;
- Knieën doorstrekken bij verlaten van de plank;
- Armen bij elkaar bij de inzet;
- Compacte hurk met handen op schenen;
- Uitkomen in rechte lijn.
Schroef
1m: 5102A
- Schroef wordt met controle geïnitieerd van de plank;
- Lichaam blijft in de gestrekte houding in de lucht;
- Afstoppen door armen via zijwaarts naar beneden te doen.
Uitkomen
3m of 3m toren: 010C via hoek
- Zitten in compacte hurk en via hoek uitstrekken;
- Armen breed bij uitkomen en zijwaarts aansluiten.
3m: 020c uit zit
- Billen half op de plank;
- Knieën blijven tegen schouders tijdens de rol;
- Benen eerst uitstrekken voordat naar het landingspunt wordt gekeken.
Klassieke zweefsprongen
3m: 010A
- Armen breed beginnen;
- Lichaam blijft geheel gestrekt tijdens vlucht;
- Armen zijwaarts aansluiten.
3m: 020A
- Armen breed beginnen;
- Zijwaarts aansluiten.
Techniek 2
Opsprong
3m: 301C of B met opsprong mag klassiek of huppel
- Juiste armzwaaien in de aanloop;
- Laatste stap minimaal 25cm van de punt plaatsen;
- Knie naar 90 graden met voet naast andere knie;
- Doorstrekken in de opsprong voordat de armzwaai van de afzet begint, voet opzwaaibeen langs het been naar beneden.
Houding/Vorm
Vloer: koprol voorover naar diepe hoekzit
- Compacte hurk in koprol naar uitstrekken via hoek;
- Armen zijwaarts bij uitstrekken;
- Benen en tenen strak doorgestrekt.
Vloer: Koprol achterover naar gestrekt induiken
- Na koprol benen recht uitstrekken met handen op benen;
- Vervolgens naar achteren kijken en armen aansluiten;
- Billen moeten gespannen zijn.
Dubbel veren
3m: 2x veren 100B
- Armen vlak achter heupen voor eerste contact met de plank;
- Doorreiken bij elke sprong voordat armzwaai wordt ingezet;
- Rechte armen smal doorzwaaien;
- Armen blijven op oren in de hoek.
Afzet
1m: 2 stap opsprong 101B (gesloten hoek)
- Lichaam recht en armen hoog bij oren bij verlaten van de plank;
- Hoofd is stil ten opzichte van het lichaam;
- Voeten naar beneden/voren duwen (afwikkelen) zodat heupen omhoog gaan;
- Smal inzetten, armen op oren bij aantikken tenen.
1m: 401B (gesloten hoek)
- Armen staan hoog bij oren bij verlaten plank, hoofd stil;
- Voeten duwen krachtig naar beneden en heupen gaan omhoog;
- Smal inzetten, armen op oren bij aantikken tenen.
Landing
3m plank of toren: 010A armen laag handen los beginnen
- Lichaam blijft gestrekt bij verlaten plank/toren;
- Handen pakken binnendoor;
- Duidelijke zwem- en afhoektechniek onder water.
3m plank of toren: 020A handen los op de benen
- Gestrekt lichaam bij vallen;
- Na loskomen hoofd iets opgetild om naar water te kijken;
- Binnendoor aansluiten;
- Springer komt boven water op dezelfde plaats als de landing.
Rotatie voorover
1m: 103C afzet mag uit stand, aanloop of veren
- Armen smal bij inzet, hoofd stil;
- Compacte hurk met handen op de schenen;
- In rechte lijn snel uitstrekken.
3m: 403C
- Armen smal bij inzet, hoofd stil;
- compacte hurk met handen op de schenen;
- In rechte lijn snel uitstrekken.
Rotatie achterover
3m: 201B
- Smalle armen bij inzet;
- Armen blijven op oren tijdens het aantikken van de tenen;
3m: 301C afzet uit stand of aanloop
- Smalle, rechte armen bij afzet;
- Benen recht bij verlaten van de plank voordat de hurk wordt ingezet;
- Hoofd stil in de hurk.
Schroef
1m: “klapsalto”/102A
- Salto word ingezet met hoofd op en armen hoog;
- In principe gestrekt of vanuit zeer kleine hoek inzetten;
- Hakken/hielen “doorschoppen” naar het dak zodat je gelijk gestrekt bent;
- Armen breed na inzet.
Uitkomen
1m: 101C uit stand
- Uitkomen in rechte lijn met snelheid.
3m: 201C met 1x aantikken
- Vanuit de hurk benen uitstrekken;
- 1x benen aantikken met handen op schenen, daarna naar water kijken.
Klassieke zweefsprongen
1m: 101A met klassieke of huppelaanloop
- Armen bij oren en hoofd op bij de start( kijken naar overkant);
- Pittig doorstrekken van de benen en afwikkelen van de voeten zodat snelheid en direct een gestrekte houding kan worden gemaakt;
- Lichaam blijft gespannen en gestrekt in de lucht.
1m: 201A
- Armen bij oren bij het loskomen van de plank;
- Ogen volgen de onderzijde handen;
- Armen breed in de lucht met lichaam strak maar iets hol.