De Nederlandse waterpolodames zijn er in het Italiaanse Triëst niet in geslaagd van Italië te winnen. Het pouleduel om de World League ging met 9-6 verloren. Pas halverwege het tweede kwart wist Oranje via Maud Megens de eerste treffer te maken. De thuisploeg had er toen al zes in liggen. De ploeg van bondscoach Arno Havenga kwam het resterende deel van de wedstrijd een stuk beter voor de dag, maar de schade opgelopen in de eerste fase kon niet meer gerepareerd worden.
Het heenduel tegen Italië begin november in Eindhoven ging met 7-9 verloren. Ook afgelopen zaterdag delfde de Nederlandse equipe in Den Haag tegen Hongarije na strafworpen het onderspit. De Europees Kampioen staat daardoor met vier punten (winst in Frankrijk, gelijkspel na reguliere speeltijd tegen Hongarije) op de derde plek in de poule. Dat is wel voldoende om door te gaan naar de Europa Cup Final eind maart waarin de ploeg kruist met de nummer twee uit Groep A.
"Een vervelend verlies,“ liet Havenga vanuit Triëst weten. “We hebben het uiteindelijk op de man meer/ man minder verloren. Italië scoorde de eerste drie overtalsituaties en pas weer hun twaalfde en laatste. Wij behaalden een te laag scoringspercentage uit onze man meers. Als ik terugkijk op de hele wedstrijd hebben we de eerste periode slecht gespeeld. Daarna ging het iets beter en de laatste twee kwarten gingen goed. Het aanpassen van onze tactiek pakte goed uit. We konden Italië een minuut of tien twaalf van scoren afhouden."
"We hadden ons de start van 2019 anders voorgesteld”, vervolgt hij. “We kunnen in ieder geval geen eerste in de poule meer worden. Dat betekent dat we eind maart in de Europacup finale een kruiswedstrijd moeten spelen, voordat we de halve finale kunnen bereiken. Daar ligt voor nu ons doel. We willen op dat toernooi bij de eerste drie komen om ons te plaatsen voor de World League Super Final."
Lees verder op Waterpolo.nl
Foto: Beeldboot / Marcel ter Bals