• Waterpolo
  • Reglementen

Meer informatie spelregels waterpolo

15 februari 2023

Spelregels Waterpolo

Spelregels

Om de door de FINA opgestelde spelregels voor waterpolo op een eenduidige wijze te vertalen naar de Nederlandse situatie en te zorgen voor de juiste toepassing van de geldende regels, is de Spelregelcommissie Waterpolo (SC) verantwoordelijk.

Vanuit de FINA worden periodiek voorstellen en nieuwe interpretaties over de geldende regels gestuurd. De SC beziet hoe we de internationale regels en richtlijnen in Nederland kunnen toepassen. Ook communiceert de SC dit richting alle officials in Nederland. Op deze wijze wordt er gestreefd om tijdens iedere wedstrijd, op elk niveau, de regels gelijk toe te passen.

De SC is dan ook de enige instantie in Nederland die uitsluitsel kan geven over de juiste regels en hoe deze worden toegepast. Hiertoe wil zij ook als de enige vraagbaak fungeren. Mochten er vragen zijn betreffende de regelgeving, dan is de Spelregelcommissie bereikbaar via wpspelregels@knzb.nl.

De thans geldende spelregels vindt u op onderstaande link:
Reglementen

Veelgestelde vragen over de spelregels

Twee spelers (van elk team één) ontvangen tegelijk een U20. Daarna volgt gelijk het eindsignaal van de periode. Hoe gaan we weer starten in de nieuwe periode?

Het eindsignaal kan alleen worden gegeven als de klok loopt. Dit betekent dat de beide U20 (spelregel technisch) altijd eerder dan de afloop van de periode worden gegeven (al is het maar een fractie van een seconde). In dat geval is het van belang wie er in balbezit was. Wanneer er geen balbezit is van één van beide ploegen volgt een neutrale inworp (WP19d). Wanneer er wel balbezit is van één van beide ploegen volgt een vrije worp voor de ploeg in balbezit (WP22.15).

Als de neutrale inworp of de vrije worp zijn genomen is de periode afgelopen. De nieuwe periode start op normale wijze met 5 spelers en 1 keeper en aan beide zijden 1 speler in het terugkomvak.

Het veroveren van de bal bij het opzwemmen bepaalt vervolgens of er sprake is van wisseling van balbezit. Zo ja, dan mogen beide uitgesloten spelers in het speelveld terugkeren.

WP 19 Neutrale inworpen

19.1 Een neutrale inworp wordt toegekend:

(a) als bij het begin van een speelperiode een scheidsrechter van mening is dat de bal zodanig terecht gekomen is, dat dit duidelijk in het voordeel van één ploeg is;

(b) als één of meer spelers van beide ploegen tegelijkertijd een gewone fout begaan, waarbij het voor de scheidsrechters onmogelijk is te onderscheiden wie de eerste overtreding maakte;

(c) als beide scheidsrechters op hetzelfde moment een fluitsignaal geven voor gewone fouten van verschillende ploegen;

(d) wanneer geen van beide ploegen balbezit heeft en één of meer spelers van beide ploegen op hetzelfde moment een uitsluitingsfout begaan. Een neutrale inworp zal er worden gegeven zodra de bestrafte spelers zijn uitgesloten;

(e) als de bal een hindernis boven het water raakt of daarop blijft liggen.

WP 22 Uitsluitingsfouten

22.15 In het geval van gelijktijdige uitsluiting van spelers van de verschillende ploegen gedurende het spel, worden beide spelers voor 20 sec uitgesloten, de schotklok wordt niet teruggezet en het spel wordt hervat met een vrije worp voor de ploeg welke balbezit had. Indien geen van de ploegen balbezit had op het moment dat de gelijktijdige uitsluitingen werden toegekend, wordt de schotklok teruggezet naar 30 seconden en wordt de wedstrijd hervat met een neutrale inworp.

Moet er een rode kaart voor de coach en een strafworp voor de tegenstander worden gegeven indien de coach overdreven tijdrekt (bijv. bij het gooien van een bal naar de keeper bij een doelworp?

In WP 23.8 (strafworpfouten) staat: Het door de coach, een willekeurige teamofficial of speler ondernemen van elke actie met de intentie om een mogelijk doelpunt te voorkomen of het spel te vertragen. Er zal geen persoonlijke fout worden genoteerd voor deze overtreding voor de coach of teamofficial.

In de perceptie van de spelregelcommissie gaat het om het woord ‘overdreven’ in de vraag. Voor de ene scheidsrechter heeft dat een andere inhoud dan voor de andere scheidsrechter.

Naar de mening van de spelregelcommissie moet er een strafworp voor de tegenstander en een rode kaart voor de coach worden gegeven in het geval van overdreven tijdrekken. Het advies van de spelregelcommissie is dat je als scheidsrechter met deze situatie prudent en terughoudend om moet gaan.

Mag een cap worden gesloten met klittenband?

Ja dat is toegestaan (zie WP 4.1)

WP 4.1 De caps van de ploegen moeten afwijkend van kleur zijn, zij moeten anders dan egaal rood zijn en moeten verschillen van de kleur van de bal, dit ter goedkeuring door de scheidsrechters

De scheidsrechters kunnen van iedere ploeg verlangen dat zij witte of blauwe caps draagt. De doelverdedigers dragen een rode cap. De caps worden met bandjes onder de kin vastgemaakt en als een speler zijn cap gedurende het spel verliest, zet hij deze weer op bij de eerstvolgende geschikte onderbreking van het spel, wanneer het team van betreffende speler balbezit heeft. De caps moeten gedurende de gehele duur van de wedstrijd worden gedragen.

Is het toegestaan dat een speler ‘met de benen naar voren’, en dus over de doellijn, mag liggen tijdens het starten/opzwemmen?

Het is niet toegestaan dat een speler met de benen naar voren mag liggen tijdens het starten/opzwemmen. In WP14.2 staat vermeld dat geen enkel lichaamsdeel van de spelers zich daarbij op waterniveau over de doellijn mag bevinden.

WP 14.2 Bij het begin van elke speelperiode stellen de spelers zich op de respectievelijke doellijnen op, ongeveer één meter uit elkaar en tenminste één meter van de doelpalen. Er mogen zich slechts twee spelers tussen de doelpalen bevinden. Geen enkel lichaamsdeel van de spelers mag zich daarbij op waterniveau over de doellijn bevinden. [Opmerking; geen speler mag de lijn naar voren trekken en de speler die voor de bal opzwemt mag bij de start of herstart zijn voeten niet tegen het doel plaatsen om te proberen van het doel af te zetten]

Mogen er schuifdrukkers op caps worden gebruikt?

Nee, dat is niet toegestaan. De caps moeten met bandjes onder de kin worden vastgemaakt.

Wat gebeurd er met de positie van de keeper wanneer deze een UMV4 krijgt?

De vraag:
Een keeper krijgt in de wedstrijd UMV. Zoals bekend wordt de positie van de keeper dan uitgesloten voor de 20sec die ervoor de uitsluiting nog open staan. De gestrafte ploeg moet dus een manminder spelen zonder de nieuwe keeper, die terug mag keren na 20 seconden.


Hoe zit dit bij een UMV4? Wordt de positie van een keeper dan voor 4 minuten uitgesloten en mag er dus 4 minuten lang geen nieuwe keeper het speelveld betreden? Of geldt hiervoor een andere regeling

Het antwoord:
Volgens WP 22.14 wordt de keeper uitgesloten voor de rest van de wedstrijd en wordt een strafworp toegekend aan de tegenstander. Volgens WP 5.6 mag er geen vervangende doelverdediger worden ingebracht tussen het toekennen en het nemen van de strafworp. Volgens WP 5.1 begint de wedstrijd met maximaal 7 spelers van wie er één de doelverdediger is. Uit de opmerking bij WP 5.6 kan worden geconcludeerd dat er een doelverdediger moet zijn zo lang er ten minste 7 spelers speelgerechtigd zijn. Dit betekent dat na het nemen van de strafworp een speler moet worden gewisseld (indien van toepassing via het terugkomvak) voor de reservedoelverdediger en als die er niet is moet een speler een rode cap opzetten en als doelverdediger gaan fungeren.

WP 22.14 Het zich schuldig maken aan grof optreden (inbegrepen gewelddadig spel, opzettelijk trappen of slaan met de bedoeling letsel toe te brengen dan wel een poging daartoe) jegens een tegenstander of official, al dan niet tijdens het spel, tijdens enig oponthoud, time-outs, na een doelpunt of in de rustperioden tussen de speelperioden.

Indien dit gebeurt tijdens het spel zal de overtreder voor de verdere duur van de wedstrijd worden uitgesloten en er wordt een strafworp toegekend aan de tegenstander. De overtreder moet de zwemzaal (met inbegrip van de tribune) verlaten. De overtreder mag na 4 minuten werkelijk spel worden vervangen.

WP 5.1 Elke ploeg bestaat uit maximaal dertien spelers: elf veldspelers en twee doelverdedigers. Bij aanvang van de wedstrijd begint elk team met maximaal zeven spelers, van wie er één de doelverdediger is die de daarbij behorende cap moet dragen. Er zijn vijf reservespelers en één reservedoelverdediger, die uitsluitend als doelverdediger mag worden ingezet. Van een ploeg die minder dan zeven spelers heeft zal niet worden geëist dat de ploeg met een doelverdediger speelt.

WP 5.6 Op ieder willekeurig moment mag een speler worden vervangen door het speelveld te verlaten via de voor het eigen team aangewezen wisselzones. De vervanger mag vanuit het terugkomvak in het speelveld komen zodra de te vervangen speler in het terugkomvak zichtbaar boven water is gekomen. Vervanging via de zijkant is toegestaan wanneer beide spelers, de speler die het spel verlaat en zijn vervanger, zich in het water bevinden, buiten het speelveld en zichtbaar elkaars hand raken boven water.
Het gebied bestemd voor vliegende vervangingen heet het vliegende wisselgebied en de procedure heet een vliegende wissel.
Een doelverdediger mag alleen worden vervangen door een reservedoelverdediger. Van een ploeg die minder dan zeven spelers heeft zal niet worden geëist dat de ploeg met een doelverdediger speelt. Er mag geen vervanging plaatsvinden tussen het tijdstip van het door een scheidsrechter toekennen van een strafworp en het nemen van die worp.

[Opmerking: wanneer zowel de doelverdediger als de reservedoelverdediger niet kunnen of mogen spelen zal, wanneer ten minste zeven spelers speelgerechtigd zijn, een team verplicht worden een speler aan te wijzen die als doelverdediger ingezet wordt. Deze speler zal de rode cap dragen.]

Wanneer gedurende het spel een ploeg geen vervangende spelers meer heeft, de reservedoelverdediger niet meegerekend, mag de doelverdediger of de reservedoelverdediger worden ingezet als veldspeler.

Hoe dient vervanging van de keeper plaats te vinden indien deze als gevolg van een strafworpfoit de 3e persoonlijke fout krijgt?

De vraag was hoe de vervanging moet plaatsvinden als de keeper zijn 3e persoonlijke fout krijgt vanwege een strafworpfout en er geen reservekeeper is aangewezen op het wedstrijdformulier en er ten minste 7 spelers speelgerechtigd zijn.

In dat geval moet een speler de rode cap dragen. Er zijn dan drie opties:

  1. een speler van de bank doet de rode cap op
  2. een speler in het water doet de rode cap op en een speler van de bank neemt diens plaats in het water in.
  3. allebei mag

Duidelijk is dat vervanging voor het nemen van de S moet plaatsvinden. WP 5.6 gaat over een vervanging terwijl het spel gaande is. Voor de vervanging geldt hier WP 24.2.

WP24.2 Bij het ontvangen van een derde persoonlijke fout, wordt de speler voor de verdere duur van de wedstrijd uitgesloten met vervanging zodra zich een van de voorvallen voordoet waarnaar in WP 22.3 verwezen wordt. Als de derde persoonlijke fout een strafworp is, moet de vervanger onmiddellijk in het speelveld komen

WP 5.6 Opmerking: wanneer zowel de doelverdediger als de reservedoelverdediger niet kunnen of mogen spelen zal, wanneer ten minste zeven spelers speelgerechtigd zijn, een team verplicht worden een speler aan te wijzen die als doelverdediger ingezet wordt. Deze speler zal de rode cap dragen

Omdat in de opmerking bij WP 5.6 staat een speler en niet een speler van de bank, is de spelregelcommissie van mening dat beide opties (a en b) zijn toegestaan.

Wat zijn de regels voor iemand dien een piercing in de nek heeft en waterpolo wil spelen.

WP 5.4 De spelers moeten ondoorzichtige zwemkleding of zwemkleding met daaronder een afzonderlijk broekje/slip dragen en zij moeten, voordat zij aan het spel deelnemen, zich van alle voorwerpen ontdoen welke letsel zouden kunnen veroorzaken.

Op basis van deze spelregel moet de piercing uit. Het spelen met een afgeplakte piercing is geen oplossing, gezien de plaats waar dat ding zit (in de nek).

In welke baden kunnen vliegende wissels worden toegestaan?

Daar waar aan de maximale breedte van 20 meter wordt voldaan én er aan de zijde tegenover de jurytafel tenminste 0,5 meter vrije ruimte is, zijn vliegende wissels als bedoeld in WP 1.8 en WP 5.6 mogelijk.

Een speler met 3 persoonlijke fouten verlaat het speelveld niet via het terugkomvak (terwijl het spel doorgaat, want de 3e p was geen S). De vervanger komt direct daarna vanuit het terugkomvak het speelveld in. Wat is de straf voor de vervanger?

In WP 21.3 staat
Indien de uitgesloten speler verzuimt om naar zijn terugkomvak te gaan, is het een vervanger niet toegestaan in het speelveld te komen, tenzij er een doelpunt wordt gemaakt of bij het einde van een speelperiode of tijdens een time-out.

Het is de uitgesloten speler of vervanger toegestaan om weer in het speelveld te komen vanuit het terugkomvak het dichtst bij zijn eigen doellijn, onder het voorbehoud dat:

(a) hij een teken heeft gekregen van de secretaris of een scheidsrechter;
(b) hij niet springt van of zich afzet tegen de kant van het zwembad of het speelveld;
(c) hij de opstelling van het doel niet verandert;
(d) het een vervanger niet is toegestaan in het speelveld te komen in de plaats van een uitgesloten speler totdat deze speler het terugkomvak bij zijn eigen doellijn bereikt heeft.

In WP 21.16 staat
Het op onjuiste wijze in het speelveld terugkomen door een uitgesloten speler of het op onjuiste wijze terugkomen door een vervanger, daarbij inbegrepen:

(1) zonder een teken te hebben gekregen van de secretaris of een scheidsrechter;
(2) vanaf elke andere plaats dan zijn eigen terugkomvak, behalve waar de spelregels onmiddellijke vervanging toestaan;
(3) door te springen of zich af te zetten van de kant of wand van het bad of van het speelveld;
(4) door de opstelling van het doel te beïnvloeden.

Indien deze overtreding wordt begaan door een speler van de ploeg welke niet in balbezit is wordt de betreffende speler uitgesloten en een strafworp wordt toegekend aan de tegenpartij. Deze speler krijgt slechts één aanvullende persoonlijke fout die door de secretaris als uitsluitingsfout moet worden genoteerd.

Indien deze overtreding wordt begaan door een speler van de ploeg welke wel in balbezit is wordt de betreffende speler uitgesloten en volgt er een vrije worp voor de tegenpartij.

Op basis van bovenstaande is het antwoord:

De eerste straf voor de vervanger is een U20 of een U20/S afhankelijk van het feit of het team van de vervanger in balbezit was toen de vervanger het speelveld in kwam.

De tweede straf is dat de vervanger na zijn U20 pas in het speelveld mag komen na een doelpunt, bij het einde van een periode of bij een TO. De situatie begon namelijk omdat de uitgesloten speler het speelveld verliet zonder naar het terugkomvak te gaan.

Wanneer mag je een doelpunt maken?
  1. Als de bal bij het begin van de wedstrijd of bij elk herbegin tenminste door twee spelers van één van beide teams (met uitzondering van de verdedigende doelverdediger) bewust is gespeeld of aangeraakt.
  2. Direct vanuit een strafworp
  3. Direct vanuit een vrije worp die in het eigen doel wordt gegooid
  4. Direct vanuit een doelworp
  5. Direct vanuit een vrije worp die is toegekend en genomen buiten de 6 meter
  6. Uit een vrije worp die is toegekend en genomen buiten de 6 meter, nadat de speler de bal zichtbaar in het spel heeft gebracht (de speler mag schieten, dreigen en zwemmen)
  7. Direct vanuit een hoekworp
  8. Uit een hoekworp, nadat de speler de bal zichtbaar in het spel heeft gebracht (de speler mag schieten, dreigen en zwemmen)
Wanneer mag je geen doelpunt maken?
  1. Direct na het opzwemmen of aan het begin van een periode;
  2. Direct na een herbegin na een time-out;
  3. Direct na een herbegin na een doelpunt;
  4. Direct na een herbegin na een blessure, inclusief een bloedende wond;
  5. Direct na een herbegin na het vervangen of vastzetten van een cap;
  6. Direct na het herbegin na het opvragen van de bal door de scheidsrechter of opvragen voor een neutrale inworp;
  7. Direct na het herbegin na het over de zijlijn gaan van de bal;
  8. Direct na het herbegin na enig ander oponthoud.
Mag je een doelpunt maken als een herbegin buiten de 6 meter is?

Ja, maar alleen nadat de speler de bal zichtbaar in het spel heeft gebracht (de speler mag schieten, dreigen en zwemmen)

Waar moet een vrije worp worden genomen?

Een vrije worp moet worden genomen op de plaats waar de bal is. Dit betekent:

  • Als de vrije worp is toegekend buiten de 6 meter, maar de bal is in de 6 meter gedreven, mag er niet direct op doel worden geschoten en mag er ook niet worden gedreigd en geschoten. De speler moet de bal nemen en mag daarna natuurlijk wel zwemmen met de bal.
  • Als de vrije worp is toegekend binnen de 6 meter, maar de bal is buiten de 6 meter gedreven, mag er niet direct op doel worden geschoten en mag er ook niet worden gedreigd en geschoten. De speler moet de bal nemen en mag daarna natuurlijk wel zwemmen met de bal.
Een aanvaller ligt met zijn gezicht naar het doel, op de 5m pakt hij de bal op, wil schieten maar wordt aan zijn arm, van achteren, naar beneden getrokken. Op de 3m ligt nog een verdediger klaar om het schot te blokken. Is dit een strafworp?

Nee, er is geen sprake van het voorkomen van een zeker schijnend

doelpunt. Er ligt immers nog een verdediger tussen de aanvaller en de

doelverdediger. Het voorkomen van een zeker schijnend doelpunt is een

voorwaarde voor het toekennen van een strafworp.

Een onterecht schot op doel (binnen de 6m of foutief genomen) leidt tot een doelworp. Klopt het dat de bal dan niet wordt genomen op de positie van de bal maar altijd op de 2m lijn?

In spelregel WP 17.1 staat dat voor een schot rechtstreeks op doel vanuit een vrije bal binnen de zes meter of foutief genomen buiten de 6 meter een doelworp moet worden toegekend. In WP 17.2 staat dat een doelworp binnen de 2 meter moet worden genomen. Is de conclusie terecht dat vanuit de beschreven situatie een schot op keeper/paal/lat die bijv. 10 meter van het doel weer op het water terecht komt, afgefloten moet worden en dus niet volgens WP 20.1 op de plek waar de bal is genomen mag worden.

Er is sprake van een doelworp en een doelworp moet altijd binnen het 2-meter gebied worden genomen.

Is het onderdrukken van de hand van de aanvaller die de bal bovenhands oppakt en als gevolg daardoor de bal onderdrukt, ook een strafworp of niet?

Ja, dit is een strafworp

WP23.9: Het door een verdediger, inclusief de doelverdediger, van achteren hinderen van een aanvaller binnen het 6-metergebied indien de aanvaller zijn gezicht naar het doel heeft en een doelpoging doet, tenzij de verdediger

slechts de bal raakt. Wanneer de acties van de verdediger voorkomen dat de aanvaller kan schieten, moet ook een strafworp worden toegekend.

Is het juist dat aanvallers (op welke positie dan ook) een vrije bal toegewezen krijgen indien zij worden verdedigd door twee spelers tegelijk ?

(bijvoorbeeld: een midvoor wordt ingespeeld en verliest daarna de bal aan een speler vanaf een andere positie die de bal wegschept of een speler op een positie aan de buitenkant verliest de bal aan een verdedigende speler die van achter komt ‘’helpen’’).

Ja.
Er moet wel sprake zijn van een overtreding tegen de aanvallende speler. Een slecht geplaatste bal naar de midvoor die wordt weggeschept terwijl de midachter geen overtreding maakt is geen overtreding.

Mag je een vrije worp geven aan de tegenstander als bij het herbegin na een doelpunt de bal niet snel genoeg wordt genomen?

Nee dat mag niet. Volgens de spelregels kun je geen vrije worp tegen geven aan de tegenstander vanwege het niet snel nemen van de bal bij het herbegin na een doelpunt. WP 17 geeft deze situatie niet specifiek aan.

In WP 16.1 staat: Nadat een doelpunt is gemaakt stellen de spelers zich ergens op hun respectievelijke speelhelften op. Geen enkel lichaamsdeel van de spelers dat zich daarbij boven het wateroppervlak bevindt mag de middenlijn overschrijden. Een scheidsrechters geeft d.m.v. een fluitsignaal het herbegin aan. Het werkelijk spel neemt een aanvang als de bal de hand verlaat van een speler van het team dat het doelpunt niet heeft gemaakt. Een herbegin dat niet overeenkomstig deze spelregel plaatsvindt wordt overgenomen. In WP 17 staat P 17: Er mag geen onnodig oponthoud zijn bij het nemen van een vrije worp, doelworp of hoekworp. De worp moet zodanig worden genomen dat de andere spelers in staat zijn waar te nemen dat de bal de hand van de nemer verlaat.

De enige mogelijkheid die je hebt als je vindt dat het te lang duurt voordat de speler bij een herbegin de bal neemt, is de speler een waarschuwing geven en bij herhaling een UMV vanwege wangedrag (maar dat willen we natuurlijk niet voor dit soort onbenulligheden)

Mag een keeper naar voren springen na het fluitsignaal van de scheidsrechter voor het nemen van een strafworp?

Er staat niet in de spelregels dat je als keeper niet naar voren mag springen nadat de scheidsrechter het fluitsignaal heeft gegeven voor het nemen van een strafworp. Echter je mag dat niet eerder doen nadat de speler de bal heeft genomen (d.w.z. als de bal los van de hand is). Dan is de strafworp pas genomen en mag je als keeper van de doellijn komen. Veel keepers springen naar voren voordat de bal de hand van de strafworpnemer heeft verlaten en dat mag niet. Dan volgt een P en een nieuwe strafworp als de keeper de worp heeft gestopt.

Heb jij ook een vraag?

Goed begrip van de spelregels is voor iedereen van belang. Het zorgt ervoor dat het spel op een juiste, eerlijke en sportieve wijze wordt gespeeld en voorkomt een hoop onnodige discussie.

Zijn de regels onvoldoende duidelijk of wil je nadere uitleg omtrent een regel die hierboven niet reeds is toegelicht dan kan je een vraag (liefst kort en duidelijk) stellen aan de spelregelcommissie. Stuur hiervoor een mail naar wpspelregels@knzb.nl