EK koorts: Plezier en omgeving succesfactoren voor Merlin Belmon richting het Poolse Lublin

Merlin Belmon maakt dit seizoen een belangrijke stap in zijn carrière met de EK-kwalificatie op de 100 vrij. In Eindhoven traint de eenentwintigjarige PSV-zwemmer onder hoofdcoach Peter Bishop in een omgeving die hem technisch, fysiek en mentaal zichtbaar laat groeien. Dankzij deze omgeving en een aanpak die perfect past bij zijn vrije slag, zet Belmon grote stappen richting het internationale niveau. In aanloop naar Lublin vertelt hij hoe het juiste klimaat, de juiste trainer en zijn eigen zelfvertrouwen samenkomen op het goede moment.

Belmon is geboren in Amsterdam. Hij heeft een bijzonder verhaal hoe hij is begonnen met zwemmen, atletiek bleek namelijk geen succes te zijn.

 “Toen ik jong was moest ik van mijn ouders bewegen en ging ik op atletiek, daarnaast deed ik leszwemmen zoals zwemvaardigheid wat ik wel leuk vond, in tegenstelling tot atletiek. Toen ik erachter kwam dat zwemmen ook een sport was, ben ik op mijn tiende begonnen met wedstrijdzwemmen. Dit vond ik gelukkig wel erg leuk.”

“Alles wat ik tijdens de training doe voelt nuttig en maakt impact op mij als zwemmer”

Op zijn tiende begon Belmon bij Het Y in Amsterdam. Vanaf de middelbare school waar hij het Gymnasium volgde nam hij het zwemmen serieuzer en volgde bij De Dolfijn en later bij ZPC Amersfoort de zwemtrainingen om meer uren te kunnen maken. Tot het einde van zijn jeugd zwom Belmon alle vrije slag afstanden. Van de 50 vrij tot aan de 1500 vrij. Momenteel vind hij de 100 vrije slag het leukste. 

“De 100 vrij is zeker mijn favoriete afstand. Het is een perfecte combinatie van topsnelheid, technische uitvoering en race indeling. De 200 vrij is trouwens ook erg leuk. Eerder zwom ik alle vrije slag afstanden en heb ik zelfs twee Nederlandse jeugdrecords gezwommen op de 800 en 1500 meter vrij. Uiteindelijk ben ik het samen met Geert Janssen omlaag gaan bouwen en ben ik steeds meer voor de 100 gaan trainen.”

Belmon in 2018 als Nederlands jeugdkampioen op de 1.500m meter vrije slag

“Ook hoe het zwemmen is opgebouwd in Eindhoven binnen het HPC is heel goed. Dit draagt bij aan het zwemmen van goede tijden”

Sinds dit jaar zwemt de vrijeslagzwemmer in de groep van hoofdcoach Peter Bishop in Eindhoven en volgt hij de opleidingen computerscience en wiskunde aan de Technisch Universiteit (TU/e), ook in Eindhoven. 

“Sinds kort heb ik mijn opleiding computerscience afgerond, al is het nog niet officieel. Ik moet mijn diploma nog in ontvangst nemen. Met de opleiding wiskunde ben ik nu nog bezig.” 

Trainen in Eindhoven met hoofdcoach Bishop bevalt Belmon erg goed. 

“Hij heeft een hele andere trainingsaanpak dan dat ik gewend ben. We zwemmen namelijk veel minder meters tijdens de trainingen. In zijn programma staan daarom dus vooral de korte afstanden zoals de 50 en 100 meter centraal. Ik zwem ook de 200 meter vrije, die ligt ook nog in het programma. De focus in de training ligt veel meer op de technische uitvoering, slagfrequenties en we trainen veel meer op race pace. Eerst wist ik niet hoe dit zou uitpakken, maar het bevalt mij heel erg goed. Alles wat ik doe voelt namelijk nuttig en maakt impact op mij als zwemmer. Er is altijd wel wat te verbeteren. Peter let vooral op de technische dingen.” 

Naast dat de trainingen van Bishop in de smaak vallen bij Belmon, vind hij Bishop als trainer ook erg prettig. 

“Peter is heel erg sociaal en altijd geïnteresseerd, zowel in de persoon in het water, als in de persoon buiten het zwemmen om. Hij praat graag en we hebben het tijdens de training met elkaar over van alles en nog wat. Daarnaast heeft hij een positieve mindset en straalt hij veel kennis en ervaring uit. Het is fijn om onder hem te zwemmen en daarnaast is er een hele goede sfeer in de groep. Ook hoe het zwemmen is opgebouwd in Eindhoven binnen het HPC is heel goed. Dit draagt bij aan het zwemmen van goede tijden.”

“Natuurlijk zwem ik graag een finale of halve finale, maar ik zit nu nog in een fase dat ik mij moet focussen op sneller worden en mijzelf niet bezighouden met anderen.” 

Het kwalificatiemoment
Voor de Dutch Qualifiers eind oktober in Rotterdam stond het PR van Belmon op de 100 meter vrije slag op 47,67 seconden, hij wist al vaker onder de 48 seconden te zwemmen. Als hij dit zou zwemmen in Rotterdam zou het genoeg zijn voor een kwalificatie voor het EK in Lublin. Het onder 23 limiet stond namelijk op 47,94 seconden. Het gaf Belmon in aanloop naar het kwalificatiemoment vertrouwen, ook mede door de trainingen. De kwalificatie kwam voor hem dan ook niet als een verrassing legt hij uit. 

“Ik ging er eigenlijk wel van uit dat ik mij zou kwalificeren, omdat ik nog onder de 23 categorie val en mijn PR is een paar tiende sneller dan de limiet. Ook al moest ik nog steeds een hele goede race neerzetten als ik mezelf wilde kwalificeren. Toen ik ’s ochtends, in de series, een PR zwom (47,49) ging de druk er steeds meer van af en kreeg ik steeds meer vertrouwen. In de finale had ik daarom ook geen last van spanning en heb ik de limiet kunnen zwemmen.” 

Voorafgaand aan het kwalificatiemoment was er ook even sprake van twijfel. Hij is er daarom nu ook erg trots op dat hij de limiet heeft weten te halen. “Naar mijn mening heb ik een paar eindtoernooien net gemist en zwom ik steeds boven de limiet, dus ik ben heel erg blij dat ik nu wel mag.”

Belmon zat op het moment van schrijven, aan het begin van de laatste week in Nederland in zijn taper voor het EK. Hij trainde voornamelijk race specifiek om de puntjes op de i te zetten.

“De trainingen zijn nu minder zwaar en ze ook korter. Het is veel herstel en verder doen we niet veel bijzonders.” 

Hij hoopt in Lublin het beste ervan te maken, wat zijn doel is voor elke piekwedstrijd. 

“Ik wil zo goed mogelijk presteren en ik ga ervoor om stappen te maken en PR’s te zwemmen. Natuurlijk zwem ik graag een finale of halve finale, maar ik zit nu nog in een fase dat de focus ligt op sneller worden en minder bezig zijn  met anderen.” 

Dit wil hij de jongere generatie meegeven die ook dromen van een EK: 

“Ik vind het belangrijk om van de sport te blijven houden, blijf lekker sociaal. Blijf racen vooral zien als een kans waarvoor je hard getraind hebt in plaats van een moment waarbij je boven jezelf moet uitstijgen. In dit proces kan je echt veel meer bereiken dan jezelf denkt.”