Schoonspringjurylid Manuel Öztopcu aan het woord

In de Week van de Scheidsrechter zetten we van alle disciplines een scheidsrechter, official of jurylid in het zonnetje. Lees via de hyperlinks de verhalen van Dolf van der Meulen, Robert Nederlof, Berdie Eghuizen, Kim Schallenberg en Arnoud Strijbis.
In het schoonspringen spelen jurlyleden een onmisbare rol bij het beoordelen van uitvoeringen. Eén van hen is Manuel Öztopcu, jurylid bij het schoonspringen. Vanuit zijn eigen ervaring als sporter en coach rolde hij de jurywereld in en inmiddels beoordeelt hij wedstrijden op nationaal én internationaal niveau.
*Op de foto zit Manuel in het midden
Hoe ben je begonnen met jureren?
“Ik kwam in aanraking met jureren toen er bij de club een jurycursus werd georganiseerd. Die werd gegeven door Ronald van der Voort, iemand die zelfs op WK’s en de Olympische Spelen heeft gejureerd. Toen dacht ik meteen: als ik het van iemand wil leren, dan is het wel van hem. Daarna rolde ik er steeds verder in. In eerste instantie jureerde ik af en toe terwijl ik zelf nog sprong, later deed ik het vaker toen ik als coach meeging naar (internationale) wedstrijden.”
Wat maakt jureren leuk?
“Het mooie is dat je heel intensief met de sport bezig bent. Je kijkt geconcentreerd, moet binnen een paar seconden een oordeel vormen en vervolgens kun je jouw beoordeling vergelijken met die van anderen die er ook veel verstand van hebben. Soms ontstaan er discussies, en juist daar leer je veel van. Dat houdt het scherp en leuk.”
Is het jureren veranderd in de afgelopen jaren?
“Zeker. Het verandert continu, zowel door internationale aanpassingen van LEN en FINA als hier in Nederland. Ik vind dat een goede ontwikkeling. Het zou mooi zijn als het Nederlandse jureren steeds meer aansluit bij de internationale manier van beoordelen. Dan zijn onze springers beter voorbereid wanneer ze internationaal in actie komen.”
Heb je bepaalde rituelen of gewoontes?
“Ik ben niet iemand die vaste rituelen nodig heeft. Wat ik wel altijd probeer, is eerlijk jureren op basis van wat ik zelf zie, zonder me te veel te laten leiden door andere juryleden. Natuurlijk blijf je binnen de marges, maar ik vind het belangrijk dat mijn beoordeling klopt met wat ik echt zie en vind.”
Hoe zou je het jurycorps omschrijven?
“Gezellig, absoluut! Zowel nationaal als internationaal. Je ziet elkaar vaak op toernooien, soms zelfs in het buitenland. Het voelt daardoor bijna als een soort langeafstandsvriendschap. Je deelt dezelfde passie voor de sport, en dat maakt het vertrouwd en leuk om samen te werken.”
Welke wedstrijd is je het meest bijgebleven?
“De Scottish Open springt er voor mij echt uit. Daar mocht ik jureren en zat ik naast James Heatly, een Olympische springer waar ik vroeger zelf enorm tegenop keek. Aan de andere kant zat Adam Smallwood, coach van Jack Laugher, een van de beste 3-meterspringers ooit. Dat zijn mensen van wie ik ontzettend veel kan leren. Voor mij was dat een bijzondere en inspirerende ervaring.”